Vlaamse overheid moet kansengroepen meer kansen geven op overheidsjob

[Nederlandstalige Nieuwsmedia]

Ook in tijden van crisis moet de Vlaamse overheid intern blijven inzetten op gelijke kansen en diversiteit. Met 0,9% personeelsleden met een arbeidshandicap en 1,8% personen van allochtone afkomst is er duidelijk nog veel werk aan de winkel.

Dat concluderen de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) en de commissie Diversiteit in hun advies op het vandaag goedgekeurde Gelijkekansen- en diversiteitsplan 2010. Zij dringen bij de Vlaamse overheid aan op een imago-onderzoek bij allochtonen en op een duidelijk actieplan van Jobpunt Vlaanderen over diversiteit bij examens en aanwervingen. Verder vragen zij dat de overheid voldoende budget voorziet voor de nieuwe loonpremie voor personen met een zware handicap.

Peter Leyman, voorzitter van de SERV: “Het Gelijkekansen- en diversiteitsplan is een degelijk plan dat aantoont dat er in de voorbije jaren belangrijke stappen vooruit gezet zijn. Denken we maar aan mensen met een buitenlands diploma die meer kansen zullen krijgen om mee te dingen voor een overheidsjob op het gepaste niveau. Toch worden er op heel wat vlakken onvoldoende resultaten geboekt. De overheid maakt haar voorbeeldrol op vlak van kansengroepen naar het bedrijfsleven nog onvoldoende waar.”

Het wordt nu echt tijd voor concrete resultaten, vinden de SERV en de commissie Diversiteit. De besparingen in de personeelsbudgetten zullen de positie van de kansengroepen binnen de overheid wellicht niet versterken. Daarom is het nodig sterke impulsen te geven via de Vlaamse Emancipatieambtenaar en Jobpunt Vlaanderen om een evenredige vertegenwoordiging van kansengroepen waar te maken. Ook de topambtenaren en het middenmanagement moeten gesensibiliseerd worden. Verder zijn er inspanningen nodig op de werkvloer zodat mensen uit de kansengroepen goed onthaald worden en duurzaam aan de slag kunnen blijven.

De SERV en de commissie Diversiteit staan achter de aanpak van de Vlaamse overheid om met streefcijfers voor kansengroepen te werken. Alleen jammer dat er in het plan 2010 over deze streefcijfers geen stand van zaken gegeven wordt. Verder is een goede monitoring van essentieel belang. Om de effecten van het diversiteitsbeleid te kunnen opvolgen, moet je de personeelsleden uit de kansengroepen goed kunnen tellen.